Menu

De redactie ontving een lezersreactie van dr. Jan Delbeke en collega's (huisartsenpraktijk 't Hof in Beringen) op de aanbeveling voor goede medische praktijkvoering Diabetes mellitus type 2. Wij publiceren ze hier samen met een antwoord van de auteurs.

Welke therapeutische middelen heeft de huisarts best steeds bij zich als hij op huisbezoek gaat? Op deze vraag probeert dit artikel een voorlopig, en onvermijdelijk onvolledig, antwoord te formuleren. Een echte "standaard" is er niet. Literatuur en navormingsactiviteiten signaleren de behoefte van een overzichtelijk en zo volledig mogelijk overzicht van de middelen waarmee een trousse moet gevuld zijn.

Het meten van de oogboldruk is een vrij eenvoudige, weinig tijdrovende en gemakkelijk aan te leren techniek die waardevol is voor de screening van chronisch glaucoom. Oogboldrukmeting door de huisarts is uiteraard enkel bedoeld als een screening en niet als diagnostisch middel of om een behandeling te kunnen starten. De oogboldruk is weliswaar een belangrijke parameter doch ook slechts één van de parameters voor de diagnosestelling van dit ziektebeeld.

Traditioneel organiseert de W.V.V.H. op 1 mei een studiedag voor de Vlaamse, en specifiek de W.V.V.H.-huisarts.

De laatste tijd horen we niets anders dan: het is volop krisistijd; de jaren dertig komen terug; we moeten inleveren; onze koopkracht daalt enz. Er heerst een algemene malaise en als we in de toekomst blikken dan is dit niet meer zo onbezorgd en vol zelfvertrouwen als enkele jaren geleden.

Het urineonderzoek in de huisartsenpraktijk is een waardevol onderzoek voor de huisarts. Het urineonderzoek is gemakkelijk aan te leren, vraagt geen zware investeringen, is zonder moeite en met een weinig tijd uitvoerbaar. Mits wat ervaring en enige discipline zijn de bekomen resultaten betrouwbaar en zijn de gegevens goed interpreteerbaar. De bekomen resultaten kunnen ons belangrijke gegevens verstrekken die nuttig zijn voor de screening van bepaalde risikopatienten, die belangrijk kunnen zijn voor het bepalen van een diagnose of een behandeling en voor het volgen van bepaalde aandoeningen.

Tijdens zijn dagelijkse kontakten met de patiënten beperkte de huisarts zich vroeger tot een summier opschrijven van de verkregen gegevens zonder enige strukturering. Dikwijls nam hij zelfs geen nota’s en beperkte zijn dossier zich tot het verzamelen van de verslagen van de technische onderzoeken en van de specialisten. Soms deed de huisarts zelfs dat niet maar liet hij de verslagen door de patiënt zelf bijhouden. Van een echte registratie was er geen sprake.